Het Nederlands Artilleriemuseum wordt gerund door veel vrijwilligers. Zij zetten zich met veel passie en energie in voor verschillende activiteiten!
We zijn op zoek naar nieuwe vrijwilligers voor allerlei werkzaamheden. Belangstelling? Neem gerust contact op!
Algemeen
Voor iedereen: een goed en voorspoedig 2025!
Tijdens de Kerstvakantie zijn we open!
Kerstvakantie: een mooie gelegenheid om eens (met kinderen of kleinkinderen) in het Artilleriemuseum te kijken. Geniet van de unieke en waardevolle collectie!
En ook voor kinderen is het prachtig! Ze worden ‘echt soldaat’ in een militair jasje + pet en ze worden geschminkt in camouflage-kleuren!
Als ze willen, kunnen ze een speurtocht in het museum doen.
Openingstijden in de kerstvakantie: (’s middags van 13.00 tot 17.00 uur)
Ma. 23 dec.: open
Di. 24 dec.: open
Wo. 25 dec.: gesloten
Do. 26 dec.: gesloten
Vr. 27 dec.: open
Ma. 30 dec.: open
Di. 31 dec.: open
Wo. 1 jan: gesloten
Do. 2 jan.: open
Vr. 3 jan.: open
Een verjaardag vieren in het museum?
Ja hoor dat kan!
De jarige staat in het middelpunt.
En iedereen wordt verkleed en geschminkt als echte soldaat!
We hebben al heel veel enthousiaste reacties op verjaardagsfeestjes gehad!
Klik hier voor meer informatie.
Nederlands Artillerie pakt uit!
Nederlands Artillerie Museum pakt uit met drie verschillende musea op één terrein.
Op de Open Monumenten Dag zaterdag 14 september wordt het defensieterrein van de legerplaats bij Oldebroek bij ‘t Harde, weer opengesteld voor het publiek en bezet met prachtige oude voertuigen van weleer. Opgesteld en omringt door een Engels parklandschap bovenop ‘De Knobbel’ waar een prachtig zicht is over het landschap met de bloeiende heide van de Noord-Veluwe. De openingstijden zijn van 10.00 tot 16.00 uur.
De museumtuin rondom de vier paviljoenen is op zich al een lust voor het oog en daarbij pakt het ‘Groot en Rollend Materieel’ ook weer groots uit. Veel kramen met militaire attributen, boeken en aanverwante militaire artikelen maar ook kramen die voor het inwendige van de mens zorgen, zullen opgesteld staan.
De kinderen kunnen geschminkt meedoen aan verschillende leuke onderwerpen die verspreid zijn over het terrein, wat deze dag geheel in het teken staat van alles wat met de artillerie te maken heeft.
Een rondrit met een drie tonner vrachtwagen brengt de bezoeker langs de drie verschillende musea d.m.v. een zg ‘hop on/off’-systeem. Het Inlichtingen Museum is een duik in de mysterieuze wereld van de spionage en het museum van het Korps Rijdende Artillerie is de geschiedenis van de tradities, de Paardenloods laat alles zien van het Paardenvolk van weleer.
Het museum met de hele historische collectie van de Artillerie vanaf de Romeinen tot aan de huidige uitzendingen is in een imposante verhaallijn weer gegeven in vier paviljoenen en is deze dag gratis toegankelijk. De collectie is even indrukwekkend als verrassend. In ieder paviljoen is er uitleg over de getoonde periode. In de uitzendzaal hangt de drone die het laatst heeft gevlogen in Afghanistan.
Het doelengebied ligt op het schietterrein waar toegang niet mogelijk is. In het leslokaal van het Luitenant Schnabel paviljoen (pav. 4) is een plaquette opgesteld die een overzicht over het hele schietterrein weergeeft. Via een groot scherm kunnen de opgestelde doelen in het doelengebied worden gezien.
Verder nemen deel de ‘De Halve Compagnie Artillerie der Dienstdoende Schutterij van ’s-Hertogenbosch en een Wargaming team. Kortom er is veel te zien en te beleven!
Alle vrijwilligers heten u van harte welkom.
Nederlands Artillerie Museum bij ’t Harde. Eperweg boven op de Woldberg/‘De Knobbel’. Aanwijsborden geven de richting aan.
Doelengebied te zien in het Nederlands Artillerie Museum
Boekpresentatie: Artilleriebeschieting bij de Sloedam 16 en 17 mei 1940
BOEKPRESENTATIE: ARTILLERIEBESCHIETING BIJ DE SLOEDAM 16 EN 17 MEI 1940
Op vrijdag 17 mei 2024 werd in het Zeeuws Archief in Middelburg het boek ‘Artilleriebeschietingen bij de Sloedam’ van auteur Peter de Haas gepresenteerd. In het boek worden de gebeurtenissen rondom 16 en 17 mei 1940 op de Sloedam en in Middelburg belicht vanuit de invalshoek van de artillerie. Wethouder Rutger Schonis van Middelburg nam het boek in ontvangst. De publicatie bevat de resultaten van een onderzoek van het Nederlands Artillerie Museum (NAM) naar de artilleriebeschietingen in Zeeland, met name op 16-17 mei 1940.
Onderzoekers van het Kennis- en Documentatiecentrum van het Nederlands Artillerie Museum (NAM) uit Oldebroek spraken met meerdere onderzoekers die eerder over de gebeurtenissen op 16-17 mei 1940 schreven en deden nieuw onderzoek vanuit artilleristisch oogpunt.
De meidagen van 1940. Na het verwoestende bombardement op Rotterdam tekende de Nederlandse Krijgsmacht op 15 mei 1940 de capitulatieovereenkomst met het aanvallende Duitse leger. Generaal H.G. Winkelman schreef in zijn proclamatie: “De strijd in Zeeland wordt nog voortgezet.” Waarom doorvechten in Zeeland na een capitulatie? Hoe dan? Hoe liep dat af?
Het boek gaat op deze vragen in. Het vertelt het verhaal van hoe en waarom de strijd in Zeeland verder ging en een laatste explosie van geweld kende bij en rond de Sloedam op 16 en 17 mei 1940. Door deze oorlogshandelingen ging een groot deel van de historische binnenstad van Middelburg in vlammen op. Daarbij was een aantal burgerslachtoffers te betreuren.
Artillerie. Over het verloop van de strijd in de meidagen van 1940 in Zeeland is in de loop der jaren al veel gepubliceerd. Dit leverde verschillende conclusies op over de verantwoordelijkheid voor het ontstaan van de brand in Middelburg.
Bij de oorlogshandelingen in de meidagen is gebruik gemaakt van artillerie. Artillerie is een krachtig ondersteunend wapen in militaire conflicten. Voor de werking, tactische inzet van artillerie is kennis van zaken onmisbaar. Het NAM beschikt over deze kennis en zette die in voor nieuw onderzoek, onder meer in de archieven en collecties in het Zeeuws Archief, maar ook in Franse en Duitse archieven.
Doel van het onderzoek
Primair doel van het onderzoek was het beschrijven van de plannen, de organisatie, het materiaal, het optreden en de uitvoering van de Franse en Duitse (artillerie) eenheden. Daarbij werden technische en tactische kennis van de inzet van artillerie in de meidagen van 1940 betrokken.
Uit dit nieuwe onderzoek naar de artilleriebeschietingen in Zeeland, met name op 16-17 mei 1940, blijkt dat zowel de Duitse artillerie als ook de Duitse luchtmacht, de stad Middelburg als gericht doel in het vizier hadden. De onderzoekers hebben geen harde bewijzen gevonden dat de Franse artillerie op Middelburg heeft geschoten. Daarmee komt dit onderzoek vanuit artilleristisch oogpunt tot een enigszins andere conclusie dan eerdere publicaties.
Gegevens Boek:
Peter de Haas. ‘Artilleriebeschietingen bij de Sloedam, 16-17 mei 1940’. (Zwolle, Nederlands Artillerie Museum, 2024). ISBN 9 789464 913767. Te bestellen via de auteur of via info@nederlandsartilleriemuseum.nl of receptie@hckva.nl
Kosten € 35,00 exclusief verzendkosten.
#WO2 #WOII #TweedeWereldoorlog #Artillerie #Artilleriebeschietingen
https://www.facebook.com/ZeeuwsArchief/
Opening themaexpositie Militaire Willemsorde en naamgeving paviljoens
Opening themaexpositie Militaire Willemsorde en naamgeving paviljoens.
Op 27 maart werd in het Artilleriemuseum een thematentoonstelling geopend over de Militaire Willemsorde. Die thematentoonstelling geeft informatie van algemene aard over de MWO en gaat nader in op artilleristen die deze onderscheiding ooit hebben gekregen. Drie van hen stonden bij deze gelegenheid in het middelpunt van de belangstelling zoals de themaexpositie laat zien. Hun namen en een korte beschrijving van hun verdienste zijn als aanvulling daarop aangebracht op drie paviljoens van het museum. Het betreft Tweede-luitenant Schnabel, Reserve Eerste-luitenant de Jager en Majoor Mulder.
Het artilleriemuseum mocht zich verheugen in de aanwezigheid bij de openingsceremonie in de Korpszaal van Majoor Marco Kroon als een der huidige Ridders MWO in onze krijgsmacht, de heer Trost als nabestaande van Ridder MWO Tweede-luitenant Schnabel en Genmaj bd Henk Morsink in zijn hoedanigheid van Kanselier der Nederlandse Orden. Hun aanwezigheid gaf de thema-expositie en de naamgeving van de paviljoens het gewicht dat zij verdienen.
De initiatiefnemers voor het inrichten van de thematentoonstelling en de naamgeving van de paviljoens, waren de vrijwilligers van het Artilleriemuseum Lkol bd Henk Molman en Kap bd Gerrit Bosch. Zij zijn erin geslaagd een aansprekende en waardevolle expositie samen te stellen. Er zijn verschillende goede redenen voor een expositie over de MWO. In de eerste plaats tonen we ons respect en waardering voor al degenen die deze bijzondere en waardevolle onderscheidingen hebben gekregen.
In de tweede plaats is de exposite over de MWO informatief. Wie de moeite neemt de geschiedenis ervan na te gaan vanaf het moment van instelling op 30 april 1815, zoals Henk Molman heeft gedaan, komt tal van interessante wetenswaardigheden tegen. Informatie daarover nodigt mensen uit het museum te komen bezoeken en met thematentoonstellingen wordt de interesse van bezoekers vastgehouden.
In de derde plaats is informatie over de MWO en in het verlengde daarvan over andere dapperheidsonderscheidingen van belang voor de vorming van onze eigen militairen of van leerlingen die hier op het kamp hun opleiding volgen. Het Artilleriemuseum speelt van huis uit een belangrijke ondersteunende rol op dat gebied, de thema-expositie over de MWO geeft er een extra dimensie aan en de namen op de paviljoens vormen een blijvende herinnering. Dat alles draagt bij aan het bijbrengen van wat we noemen ‘Trots op het eigen Wapen der Artillerie’, binding en onderdeel vorming en daarmee operationele effectiviteit. Dit belang werd mede benadrukt door de aanwezigheid van de Wapenoudste der Artillerie Genmaj Wilfred Rietdijk en de commandanten en adjudanten van de Korpsen Veldartillerie en Rijdende Artillerie, respectievelijk Kol Michel Roelen en Adj. Jan de Vries en Lkol Jeffrey van der Meer en Adj. Ed Kurvers.
Na het welkomstwoord gaf Henk Molman in een korte lezing nadere informatie over de MWO en zijn naspeuringen om zoveel mogelijk informatie te verzamelen over de Ridders MWO wier namen op de paviljoens prijken.
Hij ging dieper in op de omstandigheden waaronder Tweede-luitenant Schnabel moest optreden en zijn krijgshandelingen die uiteindelijk zouden leiden tot het toekennen van de MWO.
Die beschrijving was zeer waardevol voor de heer Trost en interessant voor de toehoorders, mede doordat met het gepresenteerde fotomateriaal Tweede-luitenant Schnabel een gezicht kreeg.
Aansluitend aan de lezing bekeken de aanwezigen de thema-expositie en de borden met de namen van de Ridders MWO op de paviljoens, waarmee de opening en naamgeving een feit was.
Het spreekt vanzelf dat na afloop in de Korpszaal uitgebreid werd nagepraat.
Zo is het Artilleriemuseum weer een bezienswaardigheid rijker en zeer de moeite waard om weer eens te bezoeken. Voorzitter Artilleriemuseum Bgen bd Bart Rosengarten.
Drie musea op defensieterrein
Het museum van de Artillerie bevindt zich bovenop de ruim 60 meter hoge ‘Knobbel’, officiële naam ‘De Woldberg’, gelegen in een park in Engelse landschapsstijl en omgeven door prachtige rijksmonumenten. Een schitterend uitzicht over het heidelandschap van de Noord-Veluwe krijgt u er gratis bij.
De hele collectie is verdeeld over vier paviljoenen waar de hele geschiedenis van het Wapen der Artillerie en in het bijzonder die van het Korps Veldartillerie in allerlei vormen worden getoond. Vele voorbeelden van geschut en munitie door de eeuwen heen, ook de operationele inzet van eenheden en ontwikkelingen van de artillerietechniek. Ieder paviljoen herbergt een tijdsperiode vanaf de Romeinse tijd tot aan de huidige uitzendingen waar u vele schitterende uniformen, geschut, paarden en diorama’s kunt zien.
Het defensieterrein waarop de drie musea gevestigd zijn is nog steeds in gebruik als schietterrein (ASK) waardoor u, als er geoefend wordt, midden in de realiteit terecht komt.
Zowel binnen als buiten in de ‘Museumtuin’ is veel geschut te zien.
Kinderen worden geschminkt en verkleed als een echte militair en kunnen een spannende speurtocht maken die door alle paviljoenen gaat en als beloning een mooi diploma oplevert.
Voor de artillerist een wereld van herkenning, voor gezinnen een leuk uitje die ook nog eens heel leerzaam is.
Verjaardagen worden een feestje, de kinderen vinden het allemaal heel spannend, vooral de metamorfose na het verkleden.
Speurtochten voor de kinderen gaan altijd gepaard met een verkleedpartij.
Ook kun je hier een Bibliotheek en een Kenniscentrum vinden. Voor de vele vragen over heden en verleden liggen hier meestal de antwoorden.
Een bezoek aan de drie musea is zeer de moeite waard.
Alle informatie over regelgeving en openingsdagen/tijden kunt u vinden op deze website. www.nederlandsartilleriemuseum.nl Facebook geeft u een beeld van gebeurtenissen door de jaren heen.
Artillerie museum openingsdagen/tijden: Maandag t/m vrijdag van 13.00 tot 17.00 uur.
Gele Rijders museum: Woensdag 13.00 tot 17.00 uur.
Inlichting museum: Maandag t/m woensdag vanaf 9.00 uur, afspraak via de mail: JISTARC.DIVI.Historischeverzameling@mindef.nl
Boven op ‘De Knobbel’ is de poort die toegang geeft tot defensieterrein waar de 3 musea te vinden zijn. U meldt zich via deze poort. U bevindt zich op defensieterrein waardoor identificatie verplicht is.
Adres: Eperweg 149 8084 HE ’t Harde.
Wijzigingen in de route of in de openingstijden vindt u op deze website. Telefonische informatie alleen tijdens de openingsuren van de receptie 0889 516461.
Graag tot ziens!
Wandeling over het ASK terrein
’T HARDE – In de rubriek ‘Wandeling van de week’ interviewt Dennis Dekker inspirerende mensen die iets over hun onderscheidende visie, eigenaardige passies of bijzondere dromen vertellen. Deze week loopt Dennis samen met Dolf Moesker (69) uit Hattem. Dolf wandelt veel. Zo is hij één van de Hattemers die talloze stadswandelingen geeft. Maar daarbij is hij vrijwilliger van het Nederlands Artilleriemuseum dat zich bevindt op de zogenaamde ‘Legerplaats bij Oldebroek’ (midden op de N309 tussen Epe en ’t Harde). Daar spreek ik met hem af. Waarom daar? “Ik was hier jarenlang werkzaam als commandant. Maar toen ik na 43 jaar stopte met werken, ben ik meteen door een oud-collega gevraagd als vrijwilliger van het museum.”
De belangrijkste reden waarom Dolf daar teruggevraagd is als vrijwilliger is ontegenzeglijk kennis. Hij weet enorm veel boeiende verhalen te vertellen. Over het terrein, over de gebouwen op het terrein, over de historische verzameling die in en rondom het museum te bewonderen is.
Daarom spreken we dus af bij de poort van deze legerplaats die ook wel Artillerie Schietkamp (ASK) genoemd wordt. Een poort waar alle bezoekers zich moeten aanmelden. Ook al kom je enkel eenmalig op het terrein, de medewerkers aldaar, moeten alles van je weten. En journalisten en tekstschrijvers zoals ik worden misschien wel extra nauwkeurig gemonitord en in de gaten gehouden.
Artillerie Monument
Na inschrijving krijg ik een bezoekerspas. Vervolgens rijd ik vanaf dit zogenoemde ‘benedenkamp’ achter Dolf aan die in zijn auto aan de andere zijde van de poort op me wacht. Als de slagboom opent, loodst hij me over het immense terrein. We passeren onder andere het indrukwekkende Artillerie Monument (waar op 4 mei altijd een ceremonie voor alle gevallenen plaatsvindt, red.) en komen uit op het ‘bovenkamp’. We parkeren pal naast het Nederlands Artilleriemuseum. Dolf begint meteen te vertellen als we de vier vertrekken van dit prachtige museum langs- en doorlopen. “Eerst even over deze legerplaats. Het ASK is de enige plek in Nederland die zo uitgestrekt is, dat hier nog volop geoefend kan worden. Tegenwoordig schieten kanonnen kilometers ver. Dan heb je dus kilometers ruimte nodig om te oefenen. Dat kan hier. Want je weet toch wat een echte artillerist zegt? ‘Schieten is mensenwerk en raak schieten is godenwerk’. Hahaha.”
In het begin sliepen hier vele soldaten in tenten, later kwamen er houten barakken en uiteindelijk werden er stenen gebouwen neergezet. “Zo is de Legerplaats bij Oldebroek ontstaan.” Wat tegenwoordig nog enkele specifieke oefeningen zijn? Dolf somt op. “Er wordt geschoten om te kijken of materiaal nog wel op orde is. Om de toekomstige artilleristen op te leiden en om hun vaardigheden te onderhouden. Dat alles wordt hier nog met regelmaat getest.”
Hessenweg van Doornspijk naar Wezep
We lopen over een brede verharde weg. “Dit is de Hessenweg. Oorspronkelijk was dit een handelsroute die Nederland met Duitsland verbond. Maar nu loopt deze weg van de ene kant van het terrein naar de andere kant van het terrein. Van Doornspijk naar Wezep. Aan de ene kant van de weg is de gemeente Epe, aan de andere kant de gemeente Oldebroek. Deze weg markeert de gemeentegrens.”
Dolf is één van de zeventig vrijwilligers die zich met het museum (en ook met het onlangs geopende Veteranenhuis) bezighouden. “Onderhoud van de gebouwen, rondleidingen geven, gastheer of gastvrouw zijn, we doen het allemaal zelf. We zijn een zeer gemotiveerde groep vrijwilligers die zich graag inzet om deze historische museale collectie te beheren en in stand te houden.” Zo zijn er vele verschillende kanonnen en andere indrukwekkende geschutopstellingen te zien. Soms zijn die wel eeuwen oud. Maar er staat ook veel jongere artillerie die bijvoorbeeld dienst deed op een schip. Alles is hier netjes verzameld en uitgesteld. En bij elk museumstuk waarmee men vroeger volop geschoten heeft, vertelt Dolf wel een verhaal. “Over schieten gesproken: zie je die grote witte mast daar? Eraan hangen twee rode tonnen. Als die hoog in de mast hangen, zoals nu, dan zegt dit dat er een schietoefening gaande is. Die ijzeren tonnen zijn ’s avonds verlicht. Om zeker te zijn dat iedereen ook dan nog goed kan zien dat we hier aan het oefenen zijn.”
‘Monumenten en Ornamenten op de ASK’
Tot 2015 had deze legerplaats een onderhoudsdienst waar Dolf als commandant de leiding over had. “We repareerden tanks, legervoertuigen, van alles wat, van klein tot groot. We deden dat voornamelijk zelf. We hadden erg veel kennis in eigen huis.”
Tegenwoordig is Dolf hier dus veel te vinden als vrijwilliger. Zo geeft hij vele rondleidingen aan gezelschappen. Ook werkte hij samen met een collega-vrijwilliger de afgelopen periode aan (de update van) een boekwerk waarin alle museumstukken en plekken nauwkeurig beschreven zijn. “Dat boekje heet ‘Monumenten en Ornamenten op het ASK’. Later dit jaar zal dat beschikbaar zijn. Het is bedoeld als bron van informatie voor onze rondleiders. Maar wellicht dat we het uiteindelijk ook te koop aanbieden in onze museumwinkel.”
Iets meer over dat museum. Het Nederlands Artilleriemuseum is verdeeld over vier gebouwen. In het eerste gebouw krijgen de bezoekers uitleg over het geschut tot ongeveer het jaar 1800. De periode van het buskruit wordt benoemd, er is geschut te zien uit de Romeinse tijd. In gebouwen 2 en 3 wordt de periode tot en met de Tweede Wereldoorlog gehandeld. In gebouw 4 komt de geschiedenis vanaf 1950 ( Nederlands-Indië, maar ook de operationele inzet in Irak, in Afghanistan en in Bosnië aan bod. “Enkele pronkstukken? Een 105 mm Houwitser M2A1, een 1-tonner van het VRC (vuurregeling centrum). Je kunt wel zeggen dat we hier een enorme collectie met historische waarde hebben.”
Vanaf de witte mast, lopen we richting een hek waar geweerschoten klinken en mitrailleurs ratelen. Diverse militairen doen er vandaag hun oefeningen. Her en der zijn rookpluimen te zien. Dolf wijst. “Zie daar het gebouw van onze eigen brandweerdienst. Die kan snel ingrijpen mocht dat nodig zijn. Er vinden nog wel eens wat brandjes plaats. Het is niet voor niets dat de heide hier zo goed groeit.”
De Woldberg, ook wel de Knobbel genoemd
We lopen terug en komen langs prachtige gebouwen die Onderofficierskantine en Officierspaviljoen heten. “Dat laatste gebouw waren eerst twee losse delen. Ertussen was het hoogste punt van dit terrein, de Woldberg (in de volksmond ook wel de Knobbel) genaamd. Daar stond een zogenaamde herkenningsmast. Toen in 1917 het middenstuk gebouwd is, was er meer ruimte gekomen voor kantoren van de staf. Een gedenkteken aan die herkenningsmast, zie je iets verder nog.” De Onderofficierskantine heet sinds 2001 de Wachtmeester Kruithofkantine, vervolgt hij. “Deze wachtmeester onderscheidde zich aan het begin van de oorlog door eigenhandig twee moderne Duitse tanks te vernietigen met een verouderde vuurmond. Een heldendaad. Dat zorgt uiteraard voor zo’n eervolle vermelding.”
Die eervolle vermeldingen zijn er natuurlijk wel meer te vinden. Elders op het terrein prijkt een gedenkzuil voor een kolonel (Gedenkzuil Van Essen, red.) die een meetinstrument ontwierp waarmee je kanonnen nauwkeurig in richting kon brengen, vertelt hij. Op een andere plek is een prieeltje vernoemd naar een majoor (A. de Jonge) die het voor de sloop heeft behoed en het samen met vele vrijwilligers in ere heeft hersteld. Het ronde huisje met een rieten dak maakt onderdeel uit van het museum en kan tegenwoordig gehuurd worden door gezelschappen. “Als je hier aan het brainstormen bent, dan heb je het mooiste uitzicht uit de regio. Als het helder weer is, kun je de hoogbouw van Zwolle zelfs zien.”
Bunkers
Op het terrein bevindt zich ook nog een bibliotheek/kenniscentrum. Daar lopen we naartoe. “Hier zijn vele oude boeken in te zien. Uiteraard moet dat wel in overleg met vrijwilligers zoals wij. Je moet hier echt een afspraak voor maken.” Intussen vertelt Dolf over het Pesthuis (een gebouwtje waar mensen met een besmettelijke ziekte verbleven) en laat hij een urinoir zien dat gebouwd is volgens de Hollandse Schoolstijl. Er zijn zo veel verhalen, Dolf vult de ene anekdote aan met een andere. Naast dat boekwerk en de rondleidingen is hij in Hattem erg druk met heel veel vrijwilligerswerk. Zoals de eerder genoemde stadswandelingen, maar bijvoorbeeld ook informatiebijeenkomsten over de Hattemse bunkers aan de Geldersedijk. Verder houdt hij zich bezig met de restauratie van enkele houten onderstellen (affuiten) van kanonnen die in Hattem opgesteld staan. Het lijkt wel of hij bijna geen sociaal leven heeft. Toch is niets minder waar. Dolf ruimt juist ook veel tijd in voor zijn gezin, voor zijn kinderen en kleinkinderen. “Je kunt niet op al die plekken tegelijk zijn. Daarom zijn we naarstig op zoek naar nieuwe vrijwilligers. Voor diverse functies. Ook als rondleider inderdaad. Op de site van het museum is daar veel meer over te lezen. Ik zal er alles aan doen om hen de komende periode zo goed mogelijk in te werken. Als ik even reclame mag maken? Dit museum is een erg interessante werkomgeving. Vrijwilligers krijgen hier te maken met vele facetten van de defensieomgeving met talloze interessante bezoekers. Of het nu kinderen zijn die met veel spanning hun verjaardag komen vieren, of scholen die hier een bezoek brengen of groepen militairen die vanuit allerlei disciplines hier naartoe komen. Dit museum is de moeite waard om te bezoeken. Maar het is zeker ook heel erg de moeite waard om je hier als vrijwilliger in te spannen.”